Nadat we natúúrlijk een kopje koffie dronken samen, stapten Wout en ik in de auto richting Brabant. Onze eerste stop? Den Bosch. Heel anders in deze coronatijd doordat we niet naar de meest mooie restaurantjes konden, maar zeker de moeite waard om naartoe te gaan. Deze stad ademt gewoon warmte en gezelligheid uit. Er was genoeg te zien en te doen. Mijn hart ging sneller kloppen van de prachtige kerstversiering door alle straten. Dat is natuurlijk een groot bijkomend voordeel wanneer je in deze tijd van het jaar een stad bezoekt. We liepen over het plein, bekeken leuke winkeltjes en kwamen terecht in schattige, kleine straatjes.
Ons verblijf was iets waar ik erg naar uitkeek. Ik had al veelbelovende foto’s voorbij zien komen op Instagram en wist stiekem wel een beetje wat voor een moois mij te wachten stond. Om heel eerlijk te zijn (sorry Brabanders) zou mijn eerste keuze niet Brabant zijn om naartoe te gaan voor een overnachting. Mijn hart ligt gewoon bij de zee, dus daar gaan mijn nachtjes weg vaak naartoe. Maar dat betekent natuurlijk niet dat het binnenland van Nederland niet mooi is.
We kwamen aan op een boerderij en werden vrolijk begroet door de honden. De mensen die mij een beetje kennen weten dan al dat ik enorm enthousiast word. Op het erf stond een huisje voor zes personen met daaromheen allerlei dieren. Het echte boerderijgevoel, wat een van mijn dromen is voor later. We werden opgewacht door Sander en later voegde Leonne zich bij ons. Wat een gezellig stel: het voelde meteen heel vertrouwd en we kletsten honderduit.
Nadat we gesetteld waren en het leuke huisje hadden bekeken viel ons oog buiten op de vuurschaal. Onze ogen begonnen te gloeien. Het was namelijk goed en droog weer. Tijd voor een fikkie. Terwijl Wout het vuur opstookte maakte ik heerlijke hapjes klaar en kropen we dicht tegen elkaar bij de vlammen tot het te koud werd om buiten te blijven. Doordat de horeca helaas gesloten is, moet je in deze dagen natuurlijk zelf maar een feestje maken van je maaltijd. Geen probleem, want zo’n zelfgemaakt diner voor twee thuis is ook geen straf.
Ik ben altijd al een vroege vogel geweest. ’s Ochtends spring ik mijn bed uit en met veel plezier duik ik de keuken in om een ontbijtje te maken. Dat was overigens ook de deal die ik sloot met Wout. Ik mocht hem fotograferen in ruil voor een ontbijtje op bed. Dat liet ik me geen twee keer zeggen. In mijn pyjama sloop ik naar het aanrecht en maakte daar een heerlijk maaltje klaar dat daarna natuurlijk eerst eventjes op de foto moest voordat we eraan gingen beginnen. Wout werd meteen wakker met de camera in zijn gezicht (sorry!).
Toen was het tijd voor de zelfontspanner. Kijk, het probleem dat je hebt als fotograaf is dat je zelf niet gemakkelijk op de foto kunt gaan. Maar lifestyle foto’s zijn simpelweg niet compleet zonder foto’s met mensen. Dus je raadt het al: ik moest zelf samen met Wout op de kiek. Het is best wel een uitdaging. Je hebt natuurlijk een beeld in je hoofd en kijkt het liefst zelf in de camera, maar voor deze foto’s (die ik natuurlijk met jullie deel) moest ik al rennend naar de juiste plek vóór de camera. Hilarisch was het wel. Zo creëerden we onze eigen ‘loveshoot’.
Nadat we een ‘pontjesroute’ gedaan hadden en met de auto de omgeving een beetje verkenden keerden weer terug naar Tiny hotel. Het huisje was heerlijk, ik zou er zo kunnen wonen. Een ruime keuken, gezellige sfeer door het hout maar ook nog genoeg ruimte om te zitten. Perfect dus om heerlijk een dagje te vertoeven wanneer het buiten druilerig weer is. Hapjes, drankjes en een spelletje erbij en je voelt je helemaal thuis. Ik zou zo nog een keer gaan.
Fotografie: Beetjehome. Tekst: Rachel Vieth